Traditionele Chinese Geneeskunde (TCG) is een verzamelnaam van een verscheidenheid aan traditionele medische gebruiken uit China, die zich gedurende duizenden jaren hebben ontwikkeld.

De diagnose in de Traditionele Chinese Geneeskunde (TGC) is gebaseerd op vier methoden:

• Observatie (gelaatskleur, tong-diagnose, nagelafwijking)
• Auscultatie (beluisteren van geluiden in het lichaam)
• Palpatie (het voelen van de pols)
• Anamnese (het stellen van vragen)

TCG vindt haar oorsprong in een unieke, veelomvattende en systematische theoretische structuur waaronder de theorie van de Yin-Yang, Vijf Elementen, Meridianen, Qi en andere systemen van het menselijk lichaam. Elke behandeling wordt uitgevoerd volgens dit filosofische raamwerk.

De meridianen en interne organen zijn alle direct verbonden met de tong. De essentie van de organen manifesteert zich hierdoor op de tong. Deze diagnose geeft zowel direct als indirect een indicatie over de toestand van de energie in diverse organen en het orgaansysteem. Naast de gegevens van deze diagnose combineert men altijd de informatie die reeds bekend is geworden via de reguliere onderzoeksmethodes.

In de acupunctuur wordt gewerkt met meridianen. Meridianen zijn netwerken van banen waardoor onze energie (Qi), bloed en lichaamsvloeistoffen in het lichaam wordt verspreid. De qi, het bloed en de lichaamsvloeistoffen dienen altijd gelijkmatig te stromen en voldoende aanwezig te zijn. De meridianen maken contact met organen, voeden en bevochtigen elk deel van ons lichaam. Door verschillende oorzaken kunnen blokkades, overschotten of tekorten ontstaan met pijn, ongemak en/of ziektes als gevolg. In normale omstandigheden kan het lichaam een disbalans relatief eenvoudig terug in evenwicht brengen. In geval van ziekte is het lichaam niet in staat om het evenwicht te herstellen.

Acupunctuur kan helpen bij herstellen van dit evenwicht. Door het zetten van naalden, het gebruik van moxa en cupping  kan een acupuncturist verstoringen beinvloeden en harmoniseren.